Vertaal
Vertalingen zich ontsluiten NL>DE
zich ontsluiten (ww.) aufblühen (ww.) ; entfalten (ww.) ; erblühen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zich ontsluiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opbloeien